Veelgestelde vragen

Wanneer u verhuist of een nieuwe huisarts, zorgverzekeraar of apotheek krijgt, willen wij dat graag weten. Dat helpt om u goede zorg te bieden. Via de pagina wijziging doorgeven kunt u vinden hoe u uw gegevens bij ons wijzigt.

Nee. Onze doktersassistentes vragen een taximachtiging voor u aan. U kunt dat vragen aan de balie in Groningen. Meer informatie vindt u onder vervoer.

Voor het taxivervoer moet u jaarlijks een eigen bijdrage betalen. Uw zorgverzekeraar verrekent deze bijdrage met u. De rest van de taxikosten worden vergoed door uw zorgverzekeraar.  Meer informatie over het taxivervoer en de eigen bijdrage kunt u opvragen bij uw zorgverzekeraar. Meer informatie vindt u onder vervoer.

Ja, op de locaties in Stadskanaal, Scheemda en Assen wel. Als u tenminste 3 uur bij de locatie Groningen geweest bent, kunt u een uitrijkaart vragen bij de doktersassistentes. Deze kaart is alleen geldig in parkeergarage Noord. Wanneer u voor een korter bezoek bij DCG bent, betaalt u wel parkeerkosten. Meer informatie vindt u onder vervoer.

U maakt extra kosten wanneer u start met een dialysebehandeling. Bijvoorbeeld kosten voor onderzoeken en medicatie. Deze behandelkosten worden over het algemeen vergoed vanuit het basispakket van uw zorgverzekeraar. Overige zorgkosten zijn soms op te voeren bij de Belastingdienst als aftrekpost. Ook de gemeente heeft soms regelingen.

U heeft het recht om uw behandeldossier in te zien wanneer u dat wilt. U kunt uw dossier via uw behandelend arts opvragen.

Dialyse Centrum Groningen voert geen transplantaties uit. Daarvoor werken we samen met het UMCG. Op de website van het UMCG vindt u meer informatie over niertransplantatie.

Bij hemodialyse wordt het bloed buiten het lichaam gezuiverd met behulp van een kunstnier, een dialysemachine, een shunt (toegang tot de bloedbaan) en een spoelvloeistof. Uw bloed stroomt door de kunstnier en via de kunstnier weer terug naar uw lichaam. Overtollig vocht en afvalstoffen spoelen zo uit uw bloed.

Bij DCG kunt u terecht voor verschillende hemodialysebehandelingen. U kunt thuis dialyseren met uw partner of een dialyse-assistent. Daarbij heeft u meer flexibiliteit in hoe u de dialyse inpast in uw leven. Daarnaast kunt u op het centrum overdag dialyseren in Groningen, Delfzijl, Stadskanaal en Assen. In Groningen kunt u ook 's nachts dialyseren. Bij centrumdialyse heeft u vaste dagen en tijden dat u langskomt. U vindt meer informatie onder Behandeling en Ondersteuning.

Patiënten die op het centrum dialyseren, komen voor de behandeling meestal 3 keer per week een vast dagdeel langs. Iedere keer dialyseren ze dan drie tot vier uur. Patiënten die 's nachts naar het centrum komen, kunnen langer dialyseren. Bij patiënten die thuis dialyseren is meer flexibiliteit mogelijk. Sommige patiënten dialyseren volgens een zelfde schema als patiënten op het centrum (bijvoorbeeld met een dialyse-assistent), andere patiënten dialyseren vaker en langer, omdat ze zich dan beter voelen. Wanneer u zelfstandig de dialyse met uw partner uitvoert kunt u gemakkelijker op andere tijden of 's nachts dialyseren.

Hemodialysepatiënten kunnen last hebben van bijwerkingen tijdens of na hun behandeling. Regelmatig voelen patiënten zich na de behandeling moe of duizelig. Ook komen rusteloze benen en jeuk als bijwerkingen voor. Het kan ook gebeuren dat de plek rond de shunt gezwollen of rood wordt of dat er littekenweefsel ontstaat.

Om te kunnen dialyseren is een goede toegang tot de bloedbaan nodig. De shunt biedt deze toegang. Een shunt is een verbinding tussen een slagader en ader. Het is belangrijk om met uw shunt voorzichtig om te gaan. Meer informatie over de shunt vindt u op de kaart bij de tekst over Hygiëne.

Met iedere patiënt bespreken de arts en verpleegkundige de mogelijkheid om thuis te dialyseren. Als u de wens heeft met de dialysemachine naar huis te gaan, kijken we of u hierbij hulp kunt krijgen van uw partner of een dialyse-assistent. U krijgt altijd een opleiding op het centrum om u goed voor te bereiden. Als u eenmaal thuis dialyseert, heeft u een telefoonnummer waarmee u kunt bellen als u iets wilt vragen. Soms is het door uw lichamelijke of psychische gezondheid onmogelijk om thuis te dialyseren. U kunt met uw behandelend arts de mogelijkheden bespreken. 

U dialyseert thuis en u heeft een probleem dat u niet zelf kunt oplossen. U kunt 24 uur per dag de bereikbare dienst van DCG bellen (050-3619444). 

Bij peritoneale dialyse wordt het buikvlies gebruikt om te dialyseren. Het buikvlies omhult de organen in de buikholte, zoals de lever, maag en darmen. In het buikvlies zitten veel kleine bloedvaatjes. Bij peritoneale dialyse wordt met een katheter een vloeistof in de buikholte gebracht. Deze vloeistof neemt afvalstoffen en overtollig vocht op uit de kleine bloedvaatjes. De vloeistof moet regelmatig verwisseld worden. Peritoneale dialyse wordt ook wel buikspoeling genoemd.

Bij peritoneale dialyse kunt u de behandeling zelf uitvoeren. U verwisselt de vloeistof waar u maar wilt. Een wisseling doet u vier keer per dag. Iedere wisseling duurt ongeveer 30 minuten. Tijdens een wisseling sluit u een volle en een lege zak via een lijn aan op uw buikkatheter. Eerst laat u de 'vieze' vloeistof uit uw buikholte lopen in de lege zak. Daarna loopt de 'schone' vloeistof vanuit de andere zak in uw buikholte. De zak met vloeistof wordt altijd hoog opgehangen. De lege zak juist laag. De zwaartekracht helpt dan mee om de vloeistof te verwisselen.

Bij peritoneale dialyse zijn er twee mogelijkheden voor het verwisselen van de spoelvloeistof. U kunt handmatig vier keer per dag de vloeistof overdag verwisselen. U kunt deze wisseling ook 's nachts laten doen door een machine. Dan heeft u overdag de handen vrij. Lees meer over peritoneale dialyse.

Iedere dialysebehandeling geeft kans op bijwerkingen of problemen. Bij PD loopt u een risico op infecties. Uw buikvlies kan dan door bacteriën of virussen besmet raken. Daarom is het belangrijk hygiënisch te werken. De plek waar de katheter in de buik gaat kan gaan lekken, jeuken of irriteren. Het buikvlies kan aangetast raken, waardoor op de lange termijn geen buikspoeling meer mogelijk is.

Nee, u heeft bij peritoneale dialyse geen hulp nodig. Wanneer u tegen problemen aanloopt kunt u natuurlijk wel contact leggen met DCG. U komt af en toe naar het centrum voor uw poliklinische afspraken om te kijken of de behandeling goed verloopt en hoe het met u gaat.

De buikkatheter is een kunststof slangetje van ongeveer veertig centimeter lang. Een chirurg plaatst tijdens een operatie de buikkatheter in uw buikholte. Daarvoor bent u 2-3 dagen in het ziekenhuis. Ongeveer twintig centimeter van het slangetje zit in de buikholte. De andere helft van de katheter steekt zichtbaar uit uw buik. Aan het eind daarvan zit een dopje dat de katheter afsluit. Via de katheter kunt u spoelvloeistof in uw buikholte brengen, waardoor de dialyse kan plaatsvinden. Sommige mensen vinden zo'n slangetje uit hun buik geen probleem, anderen vinden het griezelig dat de katheter een stukje uit de buik steekt.

Als u dialyseert, mag u vrijwel alles blijven eten. Het is alleen belangrijk dat u van sommige voedingsmiddelen niet te veel binnenkrijgt. Omdat uw nieren niet goed werken, kunnen afvalstoffen zich ophopen in uw lichaam. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid. Als dialysepatiënt is het altijd belangrijk om weinig zout te gebruiken. Of u ook met andere voedingsstoffen rekening moet houden is per persoon verschillend. Uw diëtist vertelt u met welke voedingsstoffen u rekening moet houden en helpt u met uw dieet. 

In zout zit een mineraal (natrium) dat invloed heeft op de bloeddruk en op het vochtgehalte in het lichaam. Door zout te eten stijgt uw bloeddruk en hierdoor heeft uw hart meer moeite om het bloed door uw lichaam te pompen. Daarnaast zorgt zout eten voor een dorstgevoel. Als u een vochtbeperking heeft, wordt het door zout eten moeilijk om niet te veel te drinken. Het advies is om niet meer dan 6 gram keukenzout per dag te nemen. Dit kom overeen met 2400 mg natrium.

Het is verstandig om voorzichtig te zijn met zoute producten. Zout (en natrium) komt van nature voor in veel producten, maar in sommige producten veel meer. Voorbeelden zijn kant-en-klare maaltijden, fastfood, chips, kaas, bewerkt vlees, bouillon en soep. Deze producten zijn voor nierpatiënten minder geschikt om te eten. Dit betekent niet dat nierpatiënten smakeloos moeten eten. Om eten toch lekker te maken kan er gebruik worden gemaakt van kruiden, specerijen en andere smaakmakers. Het kan zijn dat u ook met andere voedingsstoffen (zoals kalium en fosfaat) rekening moet houden. U krijgt hierover uitleg van uw diëtist.

Hoeveel u mag drinken is afhankelijk van uw urineproductie. Sommige dialysepatiënten plassen door hun nierschade minder of niet meer. Hoe minder urine u produceert, hoe meer vocht er in uw lichaam blijft. Het is daarom belangrijk om rekening te houden met de hoeveelheid vocht die u drinkt. De hoeveelheid die u per dag mag drinken is bij hemodialyse gelijk aan de hoeveelheid urine die u produceert plus 900 ml. Als u geen urine meer produceert mag u per dag nog 900 ml drinken.  Bij peritoneale dialyse is de hoeveelheid die u mag drinken afhankelijk van de hoeveelheid vocht die u onttrekt tijdens de behandeling.

Om inzicht te krijgen in de hoeveelheid die u drinkt, is het handig om te weten hoeveel vocht er in uw glazen, kopjes en schaaltjes past. Dit kunt u het beste zelf meten met een maatbeker. U kunt dan makkelijker berekenen hoeveel glazen, kopjes en schaaltjes vocht u per dag kunt gebruiken. U kunt ook iedere keer dat u iets drinkt, dezelfde hoeveelheid water in een maatbeker doen. Als u dit de hele dag doet, ziet u aan het einde van de dag in de maatbeker hoeveel vocht u in totaal genomen heeft.

Naast de behandeling en uw dieet, kan voldoende lichaamsbeweging bijdragen aan uw gezondheid. Ook stoppen met roken draagt bij aan uw gezondheid. Via de links hieronder vindt u meer informatie.

Zowel met hemodialyse als met peritoneale dialyse (buikspoeling) is het in de meeste gevallen mogelijk om op vakantie te gaan. Daarvoor moet u wel het één en ander organiseren. Het medisch maatschappelijk werk kan u daarbij ondersteunen.

U vult het formulier vakantieaanvraag in. Daarna krijgt u zo spoedig mogelijk een antwoord van ons en hoort u de verdere procedure.

Ja. Voor nierpatiënten is er een landelijke vereniging, de NVN (Nierpatiënten Vereniging Nederland). Daarnaast zijn er meerdere regionale verenigingen, zoals de NVNN (Nierpatiënten Vereniging Noord Nederland).

Er zijn verschillende mogelijkheden om met lotgenoten in contact te komen. Binnen DCG vindt dit contact bijvoorbeeld plaats tijdens voorlichtingsavonden en rondleidingen. Daarnaast kunt u via de patiëntenverenigingen, zoals de NVN en NVNN ook in contact komen met lotgenoten.

Nierfalen en een dialysebehandeling kunnen van invloed zijn op uw seksleven. Afhankelijk hoe belangrijk intimiteit en seksualiteit in uw relatie en leven is, kunt u hier in meer of mindere mate tegenaan lopen. Dit kan variëren  van een verminderd libido tot pijn bij het vrijen. Voor meer informatie kunt u terecht bij het medisch maatschappelijk werk.

Overstappen op een andere vorm van dialyse is een mogelijkheid, maar dit is afhankelijk van uw persoonlijke en medische situatie. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw behandelend arts.

Naast uw dialyse kunt u werken of studeren. Wat voor u mogelijk is, hangt af van uw persoonlijke situatie, uw wensen en behoeften en uw dialysebehandeling. Het medisch maatschappelijk werk ondersteunt u hier graag bij.

Ook voor uw partner brengt uw nierziekte en dialysebehandeling veranderingen met zich mee. Uw partner heeft ook tijd nodig om de nieuwe situatie te accepteren, verwerken en een plek te geven. Het medisch maatschappelijk werk kan daarbij ondersteuning bieden.